Financieel perspectief
Net als bij de vorige begroting staan de gemeentelijke financiën onder druk. Het uitblijven van een voldoende adequate oplossing vanuit het Rijk voor het financieel ravijn in 2026 en verder alsook de financiële tekorten bij de jeugdhulp zorgt ervoor dat Nissewaard er net als vele gemeenten in Nederland zich genoodzaakt ziet om bezuinigingsmaatregelen te treffen. De voorstellen hieromtrent zijn bij de Perspectiefnota 2025 bepaald en in deze begroting opgenomen.
Voor 2025 t/m 2027 is het gelukt om te komen tot een sluitende begroting. Daarbij is het goed om wel in gedachten te houden dat de opgenomen bezuinigingen nog de nodige tijd en inspanning zullen vragen om ze te realiseren. Daar staat tegenover dat Nissewaard beschikt over een goed gevulde Algemene reserve als financiële buffer.
Met het oog op 2040 zijn er diverse onderwerpen waar we verder mee aan de slag zullen gaan. We willen immers ook in 2040 die aantrekkelijke, vitale, toekomstbestendige woon- en werkgemeente zijn. Vervangingsopgaven op het gebied van de onderwijshuisvesting en onze eigen accommodaties, het herstructureren van wijken, zorg en ondersteuning blijven bieden aan onze inwoners, bereikbaarheid, het stimuleren van werkgelegenheid, investeren in groen en recreatie, duurzaamheid en klimaatadaptatie zijn daarbij belangrijke zaken. Door deze opgaven samen met de nog te realiseren bezuinigingen blijft behoedzaam en zorgvuldig omgaan met onze financiële middelen dan ook een belangrijke leidraad.
Onderstaand en in het onderdeel Financiële positie wordt een en ander nader toegelicht.
Financieel perspectief 2025 - 2028
Naar aanleiding van de Perspectiefnota 2025 en de meicirculaire 2024 resteerde voor 2025 nog een voordelig saldo bij de Algemene Dienst van € 3,2 miljoen aflopend tot € 2,2 miljoen in 2028. Met het afronden van de begroting 2025 – 2028 zijn daarnaast nog enkele analyseverschillen / nagekomen knelpunten naar boven gekomen welke per saldo een voordelig effect hebben. Het saldo van de Algemene Dienst komt daarmee op € 4,4 miljoen voordelig in 2025 aflopend tot € 2,4 miljoen voordelig in 2028.
Bedragen x € 1.000 (“-” = nadelig)
Begrotingssaldo Algemene Dienst | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo Perspectiefnota 2025 (A) | -1.228 | 1.138 | 3.088 | 3.054 |
Meicirculaire 2024 (B) | ||||
Diverse mutaties | 4.427 | 1.772 | 94 | -880 |
Subtotaal (A+B) | 3.199 | 2.910 | 3.182 | 2.174 |
Analyseverschillen | 1.232 | 368 | 46 | 205 |
Saldo begroting Algemene Dienst | 4.431 | 3.277 | 3.228 | 2.379 |
Analyseverschillen
Onderstaand wordt een nadere uiteenzetting gegeven van de analyseverschillen.
Bedragen x € 1.000 (“-” = nadelig)
Analyseverschillen | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Formatielasten | 554 | 515 | 551 | 551 |
Kapitaallasten- afschrijving | -70 | 63 | -119 | -10 |
Kapitaallasten - rente | 1 | -170 | 3 | 89 |
Meerjareninvesteringsschema | 58 | 114 | 114 | |
Correctie knelpunt Beschoeiing | -52 | -52 | -52 | -52 |
Saldo Afval | -14 | -27 | -25 | -27 |
Saldo Riool | -2 | -62 | -55 | -131 |
BTW Afval en Riool | 90 | 123 | 120 | 24 |
Onderwijshuisv. - indexatie stelpost | -37 | -34 | -35 | -35 |
Onderwijshuisv. - tijdelijke huisv. | -537 | -376 | ||
Onderwijshuisv. - stelpost | 537 | 376 | ||
Algemene uitkering - techn. corr. | 103 | |||
Reserve Frictiekosten | -1.000 | |||
Algemene reserve | 1.000 | |||
Belastingen - OZB | 46 | 94 | 143 | 242 |
Stelpost Areaalmutaties | -46 | -94 | -143 | -242 |
Treasury - rente | 158 | 422 | -215 | -354 |
Treasury - dividend | 267 | -324 | -129 | 44 |
Vennootschapsbelasting | -40 | -40 | -40 | -40 |
Stelpost Loon- en prijsontwikk. | 401 | |||
Niet indexeren begrotingssaldo AD | 51 | -63 | -31 | -31 |
Overige | -73 | -42 | -41 | -41 |
Totaal analyseverschillen | 1.232 | 368 | 46 | 205 |
Toelichting
Formatielasten
Jaarlijks wordt de personeelsbegroting opgemaakt op basis van het huidig personeel (stand 2e kwartaal 2024) met daarbij een reële inschatting van de periodieken, de cao-stijging en de wijziging in de werkgeverslasten. Vacatures worden geraamd op het midden van de bijbehorende salarisschaal. Het begroten op persoonsniveau (op basis van wekelijke lasten) zorgt ervoor dat er jaarlijks, door mutaties in het personeelsbestand, analyseverschillen ontstaan.
Kapitaallasten - afschrijving
Dit betreft de actualisatie van de staat van activa (investeringen).
Kapitaallasten - rente
Dit betreft de actualisatie van de staat van activa (investeringen).
Meerjareninvesteringsschema
Dit betreft de actualisatie van het meerjareninvesteringsschema.
Correctie knelpunt beschoeiing
Het knelpunt beschoeiing uit de Perspectiefnota 2025 is per abuis opgenomen als € 26.000 positief, in plaats van € 26.000 negatief.
Saldo Afval
Dit betreft een technisch verschil.
Saldo Riool
Dit betreft een technisch verschil.
BTW Afval en Riool
Bij de tariefberekening van de afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt rekening gehouden met BTW over de betreffende kosten. Dit hangt samen met de introductie van het BTW-compensatiefonds in het verleden en de uitname die daarvoor is gedaan uit het Gemeentefonds.
In z’n algemeenheid werkt dit als volgt. Meer kosten, betekent ook meer BTW, dit is per saldo voordelig voor de begroting omdat deze BTW gedekt wordt via de afval- dan wel rioolheffing. Andersom, minder kosten, betekent minder BTW dat gedekt wordt via deze heffingen, wat een nadelig effect geeft op de begroting. Met het opstellen van de begroting 2025 - 2028 is geconstateerd dat sprake is van meer (investerings)kosten waardoor er ook meer BTW is toegerekend. Voor de begroting is dit een voordelig effect.
Onderwijshuisv. - indexatie stelpost
De stelpost Onderwijshuisvesting hoort geïndexeerd te worden. Dit was bij de het opstellen van de technische begroting nog niet gebeurd.
Onderwijshuisv. - tijdelijke huisvesting / Onderwijshuisv. - stelpost
Dit betreft de kosten van het realiseren van tijdelijke huisvesting. Dit wordt gedekt via de stelpost Onderwijshuisvesting.
Algemene uitkering - techn. corr.
Omdat begrotingsjaar 2028 in eerste instantie een kopie is van 2027 stond de Integratie-uitkering Participatie te hoog opgenomen. Dit wordt bij deze gecorrigeerd.
Reserve Frictiekosten / Algemene reserve
Bij aanvang van het bezuinigingsproces is eerder besproken dat de implementatie van deze voorstellen waarschijnlijk incidentele kosten met zich meebrengen, zogenaamde frictiekosten. Nu het implementatieproces gaat starten wordt voorgesteld om een reserve Frictiekosten in te stellen van € 1 miljoen ten laste van de Algemene reserve. Hierbij is het voorstel om dit te typeren als een systeemreserve. Dit houdt in dat mee- dan wel tegenvallers op het gebied van Frictiekosten automatisch met de reserve verrekend worden.
Belastingen - OZB
Dit betreft de actualisatie (toename areaal) van de raming van de OZB-baten.
Stelpost Areaalmutaties
De areaaltoename van de OZB-baten wordt geparkeerd op de stelpost Areaalmutaties zodat daaruit voortvloeiende lasten, bijvoorbeeld beheer van de openbare ruimte, uit gedekt kunnen worden.
Treasury - rente
Dit analyseverschil hangt samen met de laatste actualisaties van de treasuryramingen (financieringsbehoefte) in relatie tot de rentelasten voortvloeiende uit de staat van activa en het meerjareninvesteringsschema.
Treasury - dividend
Dit betreft vooral een actualisatie van het verwachte dividend vanuit Stedin.
Vennootschapsbelasting
Er is een gerechtelijke uitspraak geweest dat het geven van gelegenheid tot het doen van reclame-uitingen een bedrijfsmatige activiteit is. Over de inkomsten dient dan ook vennootschapsbelasting betaald te worden. Deze kosten worden geschat op circa € 40.000 per jaar.
Stelpost LPO
Hier stond voor 2025 nog een bedrag. Dit kan vrijvallen.
Niet indexeren begr.saldo AD
In de technische begroting 2025 - 2028 is het begrotingssaldo Algemene Dienst ook geïndexeerd. Dit is niet de bedoeling.
Overige
Dit betreft een verzamelpost van diverse kleinere/technische analyseverschillen.
Sociaal Domein
Stelpost Sociaal Domein
Bijgaand de ontwikkelingen in het Sociaal Domein voor het financieel perspectief. In de Perspectiefnota 2025 is de stand van de stelpost Sociaal Domein aangegeven. In de onderstaande tabellen is terug te vinden welke mutaties zijn verwerkt in de begroting 2025 - 2028 en wat de stand is van de stelpost Sociaal Domein in de begroting.
Bedragen x € 1.000 (“-” = nadelig) | ||||
---|---|---|---|---|
Saldo stelpost SD | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Saldo stelpost na PPN 2025 | -5.516 | -3.475 | -3.569 | -3.599 |
Effecten meicirculaire 2024 | 683 | 2.217 | 971 | 662 |
Begroting 2025 mutatie specialistische jeugdhulp | -327 | -348 | -372 | -399 |
Stelpost Sociaal Domein begroting 2025 | -5.161 | -1.606 | -2.969 | -3.336 |
Toelichting
Effecten meicirculaire 2024
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het advies over de meicirculaire 2024.
Begroting 2025 mutatie specialistische jeugdhulp (GRJR)
In april 2024 heeft het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) de Ontwerpbegroting GRJR 2025 vastgesteld. Deze is verwerkt in de Perspectiefnota 2025 Nissewaard. Daarna zijn de definitieve indexpercentages 2025 voor de zorg bekend geworden, deze zijn hoger dan de voorlopige indexpercentages zoals verwerkt in de Ontwerpbegroting GRJR 2025. De definitieve indexpercentages zijn verwerkt in de Begroting GRJR 2025/meerjarenraming. Dit geeft een structureel nadeel van - € 327.000 in 2025 oplopend naar - € 399.000 in 2028.
Reserve Sociaal Domein
Naast de structurele stelpost Sociaal Domein in de begroting is er een reserve Sociaal Domein. Het verloop hiervan is als volgt:
Bedragen x € 1.000 (“-” = nadelig) | |||||
---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Saldo 1 januari | 14.333 | 5.460 | 4.234 | 3.773 | 3.692 |
Reeds besloten onttrekkingen | -1.663 | -726 | -461 | -80 | |
Onttrekking flexibele schil WI&I | -600 | ||||
Dotatie Reserve Centrummiddelen (comp. Voorfinanciering res SD) | 1.874 | ||||
Overheveling Hoogwerfsingel 2024/2025 | 500 | -500 | |||
Overheveling energietoeslag 2023 | -105 | ||||
Subsidie verbouwing | -180 | ||||
Overhevelingsvoorstel 2023/2024 | -4.257 | ||||
Saldo PPN 2025 | -4.442 | ||||
Saldo 31 december* | 5.460 | 4.234 | 3.773 | 3.692 | 3.692 |
*Uit de tabel blijkt een saldo van de reserve sociaal domein van € 3,7 miljoen in 2028.
De raad heeft op 18 sept. 2024 echter besloten tot een onttrekking uit de reserve SD van in totaal € 1,2 miljoen. Dit maakt dat nog een saldo in de reserve sociaal domein resteert van € 2,5 miljoen. Deze € 2,5 miljoen moet wel bezien worden in relatie tot de hierboven genoemde negatieve stelpost Sociaal Domein.
Sluitende begroting 2025 - 2028
De begroting sluit met een nadelig saldo van - € 0,7 miljoen in 2025 aflopend tot - € 1 miljoen nadelig in 2028.
Bedragen x € 1.000 (“-” = nadelig)
Begrotingssaldo | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Saldo Algemene Dienst | 4.431 | 3.277 | 3.228 | 2.379 |
Saldo Stelpost Sociaal Domein | -5.161 | -1.606 | -2.969 | -3.336 |
Subtotaal (A+B) | -730 | 1.671 | 259 | -957 |
Vrijval stelpost Onderwijshuisv. | 1.250 | |||
Storting reserve Onderwijshuisv. | -1.250 | |||
Onttrekking Algemene reserve | 1.250 | |||
Onttrekking Algemene reserve - inzet 10% surplus | 3.000 | |||
Saldo begroting | 3.520 | 1.671 | 259 | -957 |
Om te komen tot een "structureel en reëel" sluitende begroting 2025 (zie ook de paragraaf Structureel en reëel begrotingsevenwicht) wordt voorgesteld om de stelpost Onderwijshuisvesting voor € 1.250.000 vrij te laten vallen ten gunste van het begrotingssaldo. Om dit te compenseren wordt € 1.250.000 toegevoegd aan de reserve Onderwijshuisvesting ten laste van de Algemene reserve.
Daarnaast wordt voorgesteld om voor 2025 10% van het surplus van de Algemene reserve in te zetten als dekkingsmiddel. Dit wordt als volgt berekent: Algemene reserve € 56 miljoen - af te dekken risico's € 25,6 miljoen (zie paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheer) = € 30,4 miljoen aan surplus Algemene reserve. Hiervan mag 10% ingezet worden als dekkingsmiddel.
Voor 2028 resteert nog een nadelig saldo van - € 957.000. Hier zal bij de Perspectiefnota 2026 nader over geadviseerd worden. In dit verband is ook goed om te realiseren dat er naar aanleiding van de meicirculaire 2024 nog een stelpost Hoeveelheidsverschillen is opgenomen van € 1,6 miljoen in 2026 oplopend tot € 4,1 miljoen in 2028. Er zal bij het opstellen van de begroting 2026 - 2029 nader bekeken moeten worden in hoeverre deze middelen benodigd zijn voor lasten als gevolg van 'areaaluitbreidingen' op diverse terreinen, dan wel dat dit gedeeltelijk ingezet kan worden als algemeen dekkingsmiddel.
Structureel en reëel begrotingsevenwicht
Het begrotingsevenwicht wordt door onze toezichthouder de provincie Zuid-Holland niet alleen beoordeeld op het gegeven of de lasten en baten op € 0 sluiten. Daarvoor wordt naast het begrotingssaldo ook gekeken naar de incidentele lasten en baten en de openstaande bezuinigingstaakstellingen.
Begrotingsevenwicht
Wanneer in dit verband gesproken wordt over begrotingsevenwicht gaat het naast het 'reguliere' begrotingssaldo ook om de stelposten die min of meer 'vrij' besteedbaar zijn. Zo gaat het bijvoorbeeld ook over de stelposten Concernoverhead, Hoeveelheidsverschillen en Areaalmutaties. Deze posten tellen voor 2025 op tot € 0,5 miljoen voordelig oplopend tot € 4,4 miljoen voordelig.
Bedragen x € 1.000
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Begrotingssaldo | 3.520 | 1.671 | 259 | -957 |
Stelpost Concernoverhead | 432 | 94 | 30 | 30 |
Stelpost Hoeveelheidsverschillen | 1.625 | 2.737 | 4.130 | |
Stelpost Areaalmutaties | 46 | 94 | 143 | 242 |
Saldo t.b.v. begrotingsevenwicht | 3.998 | 3.484 | 3.169 | 3.445 |
Incidentele lasten en baten
Het is zoals gezegd ook van belang om te weten of de structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Anders gezegd, de structurele baten dienen hoger (of gelijk) te zijn dan (aan) de structurele lasten dan wel de incidentele lasten dienen hoger te zijn dan de incidentele baten. Om dat te bepalen wordt in de begroting een overzicht van de incidentele lasten en baten opgenomen. Deze is terug te vinden in het onderdeel Financiële begroting. Samengevat ziet deze er als volgt uit.
Bedragen x € 1.000
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Incidentele lasten (exclusief reservemutaties) | 400 | 145 | 145 | 145 |
Incidentele lasten – stortingen in reserves | 2.941 | 210 | 97 | 97 |
Subtotaal incidentele lasten (A) | 3.341 | 355 | 242 | 242 |
Incidentele baten (exclusief reservemutaties) | 3.226 | |||
Incidentele baten – onttrekkingen reserves | -6.563 | -2.034 | -1.506 | -80 |
Subtotaal incidentele baten (B) | -3.337 | -2.034 | -1.506 | -80 |
Saldo incidenteel (A + B) | 4 | -1.679 | -1.264 | 162 |
Uit dit overzicht blijkt dat voor 2025 en 2028 de incidentele lasten hoger zijn dan de incidentele baten (incl. incidentele reservemutaties). Dit betekent dat de structurele baten in de begroting voor die jaren hoger zijn dan de structurele lasten. Voor 2026 en 2027 is dit andersom. Voor dat jaar zijn de structurele baten juist lager dan de structurele lasten.
Voor een nadere uiteenzetting wordt verwezen naar het onderdeel Incidentele lasten en baten in het hoofdstuk Financiële begroting.
Resumerend ziet het structureel en reëel begrotingssaldo er daarmee als volgt uit.
Bedragen x € 1.000
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Saldo t.b.v. begrotingsevenwicht (A) | 3.998 | 3.484 | 3.169 | 3.445 |
Incidentele lasten en baten (B) | 4 | -1.679 | -1.264 | 162 |
Bezuinigingen (C)* | -1.727 | -10.601 | -12.471 | -15.106 |
Structureel begrotingsevenwicht (A + B + C) | 2.275 | -8.796 | -10.566 | -11.499 |
*Dit betreft de bezuinigingsvoorstellen waarvan de provincie Zuid-Holland vanuit haar toezichthoudende rol heeft aangegeven dat deze nog een verdere toelichting/uitwerking behoeven. In de bijlage Bezuinigingen staat aangegeven welke bezuinigingen dit betreft.
Wanneer de saldi t.b.v. het bepalen van het begrotingsevenwicht van € 4 miljoen in 2025 aflopend tot € 3,4 miljoen in 2028 gecorrigeerd wordt voor de geïnventariseerde incidentele lasten en baten en de openstaande bezuinigingen, dan resteert voor 2025 een positief structureel begrotingssaldo. De begroting is daarmee dus voor 2025 niet alleen sluitend, maar ook reëel sluitend. De jaren 2026 en verder is het zaak om de opgenomen bezuinigingsvoorstellen verder uit te werken en te implementeren zodat ook voor die jaren sprake zal zijn van een positief structureel en reëel begrotingsevenwicht.
Openstaande bezuinigingen 2025 - 2028
Bij de Perspectiefnota 2025 zijn diverse bezuinigingsvoorstellen gedaan. Daarvan is een deel reeds bij deze begroting ingevuld.Voor een totaaloverzicht van de bezuinigingen (reeds verwerkt en nog te realiseren) wordt verwezen naar de bijlage Bezuinigingen in deze begroting.
Verwerking moties Perspectiefnota 2025
Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2025 in de raadsvergadering van 10 juli 2024 is een aantal moties aangenomen. Onderstaand is per motie aangegeven hoe hier mee omgegaan is in deze programmabegroting.
M5 Niet bezuinigen op budget individuele inkomenstoeslag voor kinderen van minima
Is verwerkt. Zie in dit verband ook het advies over de meicirculaire 2024. Hiermee wordt afgezien van de voorgenomen bezuiniging binnen het persoonlijk minimabudget voor kinderen (van 4 tot 18 jaar).
M7 Uitvoering WMO vergelijken
Hierover wordt nog nader geadviseerd.
M9 Door de bomen het bos weer zien
Het college streeft naar een meerjarig sluitende begroting. Het huidige meerjarige begrotingssaldo biedt op dit moment geen structurele ruimte om de bezuiniging op het beheer van de openbare ruimte geheel of gedeeltelijk terug te draaien. Mocht er op enig moment wel weer structurele financiële ruimte ontstaan, dan zal de bestemming daarvan vanuit het perspectief van integrale afweging plaatsvinden. De motie wordt daarmee als afgedaan beschouwd.
M10 Licht na de duisternis
Het begrotingsjaar 2025 is sluitend. In deze begroting is geen gebruik gemaakt van het inzetten van een kapitaallastenreserve om tot een sluitende begroting te komen.
M12 Duurzamer met give aways
Hierover wordt nog nader geadviseerd.
M15 Bezuinigen bij en versterken maatschappelijke organisaties
Hierover wordt nog nader geadviseerd.
M16 Niet bezuinigen op onderhoud begraafplaatsen
Is verwerkt. Zie in dit verband ook het advies over de meicirculaire 2024.
M17 Breng sport (en vereniging) naar jeugdzorgtrajecten
Hierover wordt nog nader geadviseerd.
Ontwikkelingen en doorkijkje naar 2028
Gemeentelijke financiën
Het ziet er steeds meer naar uit dat het Rijk de gemeenten financieel in de kou laat staan. Een afdoende oplossing voor het financieel ravijn blijft nog steeds uit en de tekorten in de jeugdhulp lopen verder op. Dit heeft er toe geleid dat Nissewaard net als bijna alle gemeenten in Nederland gedwongen wordt om te bezuinigen. Dit proces is voorafgaand aan de Perspectiefnota 2025 opgestart en kent in deze begroting z'n beslag. De komende jaren zal dit de nodige tijd en inspanning vergen om de diverse maatregelen gerealiseerd te krijgen.
Vanuit de herverdeling van het Gemeentefonds is eerder gebleken dat zogenaamde New Towns (voormalige groeikernen), zoals Nissewaard, er nadelig uitspringen op de maatstaf Centrumfunctie. Hierop zijn samen met andere New Towns inmiddels diverse acties richting Den Haag ontplooid. Dit heeft er onder andere toe geleid dat we als New Towns aan tafel zitten voor de onderhoudsagenda van de verdeling van het Gemeentefonds. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of hier inderdaad sprake is van een systeemfout in de verdeling en of herstel daarvan leidt tot, in ieder geval, een vermindering van het herverdeelnadeel. Het is de verwachting dat hier komend jaar meer duidelijkheid over zal komen.
Nissewaard naar 2040 (Nn2040)
Hoewel het financieel perspectief voor de nodige uitdagingen zorgt, blijft er ook de komende jaren geïnvesteerd worden in de stad en onze inwoners.
Het programma Nissewaard naar 2040 (Nn2040) is daar een belangrijk voorbeeld van. Nissewaard heeft als voormalige groeikern te maken met een aantal grote opgaven van sociaal economische, maatschappelijke en ruimtelijke aard: een omvangrijke herstructurering van de verouderde woningvoorraad, een onbalans in het woningaanbod en bevolkingssamenstelling.
Verder zullen de komende jaren ook zaken als onderwijshuisvesting, bereikbaarheid, duurzaamheid en klimaatadaptatie belangrijke (ruimtelijke) aandachtsgebieden zijn. De beschikbaarheid dan wel het ontbreken van voldoende gelden hiervoor in relatie tot het financieel ravijn in 2026 en verder zal sterk van invloed zijn om de mate waarin deze zaken opgepakt kunnen worden.
Tegelijkertijd zijn er ook kansen, zoals de grote woningbouwopgave in heel Zuid-Holland die wellicht voor een deel in Nissewaard zou kunnen landen, de onderzoeken naar een robuuste ontsluiting op het grote wegennet voor Nissewaard en heel Voorne-Putten en de zoektocht naar strategische oplossingen voor de retailopgave in het centrum van Nissewaard, duurzaamheid en nieuwe economie. Om deze opgaven het hoofd te bieden is het programma Nissewaard naar 2040 in het leven geroepen met als doel om te zorgen voor een aantrekkelijke, vitale, toekomstbestendige woon-/werkgemeente in 2040.