Wat mag het thema kosten?

Bedragen x € 1.000 "-" = voordeel	Rekening 2023	Begroting 2024	Begroting 2025	Begroting 2026	Begroting 2027	Begroting 2028
Lasten	-1.450	1.016	6.172	2.148	2.898	3.635
BTW-Compensatiefonds	-2.799	-3.266	-3.421	-3.411	-3.408	-3.313
Niet in te delen - Beleid en Project	626	383	252	247	133	131
Niet in te delen - Concernstaf	338	3.566	9.103	5.074	5.935	6.578
Niet in te delen - Leefomgeving	385	232	237	237	237	237
Onvoorzien	0	100	1	1	1	1
Baten	-2.236	-1.385	-1.464	-1.191	-1.191	-1.191
BTW-Compensatiefonds	-861	-611	-677	-404	-404	-404
Niet in te delen - Beleid en Project	-203	-98	-98	-98	-98	-98
Niet in te delen - Concernstaf	-414	-160	-163	-164	-164	-164
Niet in te delen - Leefomgeving	-758	-515	-526	-526	-526	-526
Totaal saldo van baten en lasten (excl. mutaties reserves)	-3.686	-369	4.708	957	1.707	2.444
Mutaties reserves	-1.836	-838	-3.753	-751	-389	-389
Totaal thema	-5.521	-1.207	955	206	1.318	2.055

Financiële toelichting

Naast de loon- en prijsstijging 2025 en de vastgestelde begrotingswijzigingen lichten wij bijgaande financiële verschillen op dit thema toe.

Voor 2024 is een bedrag € 143.000 overgeheveld vanuit 2023 ten laste van de reserve NN2040.
In 2024 wordt een bedrag van € 960.000 gestort in de reserve NN2040 om vanaf 2024 t/m 2027 de kosten voor de programmamanager en programmacoördinator uit te dekken. Tevens wordt in die jaren een bedrag van € 100.000 onttrokken aan de reserve NN2040 voor uitvoeringskosten.
Voordeel op de post Onvoorzien van € 99.000. Het hebben van een post Onvoorzien in de begroting is verplicht. Echter, de hoogte ervan staat vrij. Deze post is beperkt tot € 1.000. Deze bezuiniging is al in de Perspectiefnota 2025 verwerkt.
Het restant van het Innovatiebudget valt met ingang van 2025 vrij. Dit voordeel is al in de Perspectiefnota 2025 verwerkt.
Ten opzichte van 2024 is de dotatie in 2025 e.v. aan de algemene reserve € 176.845 lager. Dit betreft de mutatie met betrekking op de startersleningen.
Ten opzichte van 2024 is de onttrekking aan de algemene reserve in 2025 € 5.020.000 hoger en van 2026 e.v. € 1.100.000 lager. Voor 2025 e.v. betreft dit een lagere onttrekking in verband met de vorming van de reserve NN2040 en vanwege de overheveling van de middelen voor flankerend beleid. De verhoging in 2025 van € 6.214.000 betreft voor € 3.200.000 het nadeel voor 2025 uit de meicirculaire 2024 en € 2.900.000 betreft het surplus van 10% van de algemene reserve bovenop de verplichte 20% ratio solvabiliteit. Dit gedeelte van de algemene reserve mag ingezet worden voor het sluitend maken van de begroting 2025 conform de afspraken met het financieel toezicht van de provincie Zuid-Holland.
In 2026 e.v. is de verwachting dat de inkomsten ten opzichte van 2024 voor de Specifieke uitkering Sport (SPUK) € 207.000 lager zijn dan de jaren ervoor. Dit betekent ook dat de kosten hiervoor op het thema's Sport en Accommodaties hiervoor lager zullen zijn. E.e.a. is budgettair neutraal.

In het kader van de bezuinigingen is er een taakstelling op de formatie van de organisatie met ingang van 2025 verwerkt welke in relatie tot de strategische personeelsplanning en natuurlijk verloop zal worden ingevuld. Hiervoor zijn in de Perspectiefnota 2025 al middelen beschikbaar gesteld.